zaterdag 1 augustus 2015

825 potten jam

Het was heel erg lang geleden. Maar we gingen met zijn vijven op vakantie, mijn kleine zusjes waren nog niet geboren. De hond ging in de auto, de tent ging in de auto, de kids in de auto, heel veel ging niet in de auto... Maar dat laatste mocht de pret niet drukken. We gingen op vakantie, niet naar Zeeland of Drenthe, we gingen helemaal naar het Zwarte Woud. Dat was über spannend, want ze spreken daar een andere taal. Heel moeilijk was het nog niet, want een ijsje was nog steeds ein Eis. Prima voor een 10-jarige, meer hoef je niet te weten.
We gingen niet alleen met zijn vijven, er gingen ook vrienden mee. Twee tenten naast elkaar in een vallei in het zuiden van Duitsland.
We hebben avonturen genoeg beleefd, bosbessen milkshake in Freiburg, van een schommel afvallen en verraden worden door een vriend (we mochten eigenlijk niet schommelen, maar ik deed het toch en natuurlijk viel ik precies die dag) zwemmen in een zwembad waar alleen badmutsen werden toegestaan. En dan met hidiola bloemetjes mutsen naar het zwembad moeten. Ik heb maar één keer gezwommen, mijn trots won het van het zwemmen.
Maar er moesten ook boodschappen worden gedaan. En zes kinderen met een leeftijd tussen de 5 en 12 houden niet van boodschappen doen, vooral niet als het in een supermarkt is. Pfff echt saai.
We mochten bij de auto blijven. Onze ouders waren toen al zo slim om hun kinderen niet in een auto alleen achter te laten, maar of dat nu de mogelijke hitte was, of dat ze dan alle spiegels opnieuw moesten instellen, de radio maximaal stond, het stuur in het stuurslot stond, waarvan ze niet eens wisten dat het kon, en alle stoelen anders stonden, dat weet ik eigenlijk niet. We mochten bij de auto wachten.
Achter het parkeerterrein was een dijk, en daar bovenop reed een trein. Vrees niet, we waren niet zo stom om omhoog te klimmen om bij de trein te kijken. We wisten ook wel dat dat heel gevaarlijk was, want als je werd gesnapt kon je drie dagen niet goed meer zitten.
Nee, tegen die dijk groeiden bramen (we konden dus ook echt niet omhoog), hele grote dikke bramen. Drie bramen in je hand en je hand zat vol. En ze waren heerlijk zoet. Met grote snelheid verdwenen er heel wat bramen naar binnen, maar onze ouders bleven zo lang weg dat ons buikjes al snel vol zat. En er waren nog steeds veel meer bramen. Een van ons ging een doos in de winkel halen en we begonnen deze te vullen. Ondertussen bedachten we wat we allemaal met de bramen konden doen, lekker in de yoghurt, of bij het ijs. De doos vulde zich steeds verder.
Er werd een tweede doos gehaald en toen die zich ook al begon te vullen waren onze ouders klaar.
Ze waren enthousiast over onze oogst, maar waar wij alleen maar mogelijkheden zagen, zagen zij ook problemen. Wat moet je in vredesnaam doen met twee dozen (denk aan een bananendoos) vol met bramen terwijl je op een camping zit?
Jam maken natuurlijk... logisch toch.
Dus weer terug de winkel in, potjes kopen en geleisuiker. Ondertussen was de tweede doos ook vol.

Terwijl wij die middag heerlijk in de speeltuin aan het spelen waren, onze buiken heerlijk gevuld met bramen, stonden onze ouders in een tent, op een campinggasstelletje, zonder weegschaal of iets, met een aluminium pannetje en een houten spatel liters bramenjam te maken.
Of de jam lekker was... ja hoor, maar hij was zo dik dat je er plakken van kon snijden om op je brood te doen.

Ik heb veel geleerd van mijn ouders en grootouders. Zo is een boswandeling in juli altijd een stuk leuker door de emmers vol met bosbessen die we konden plukken. Bosbessenjam vind ik nog steeds heerlijk. In augustus pluk je bramen, in oktober kan je tamme kastanjes vinden die echt heerlijk bij de openhaard zijn en beukennootjes en hazelnoten. Ik ben blij met al die lessen uit de natuur van mijn opa's.

Er was een zomer dat ik met mijn zusjes lekker bosbessen zat te plukken. De hond zat naast ons te waken, en ik geef hem een bosbes. Die was lekker, en om de twintig bessen ging er een naar mij en een naar de hond. Dat vond ie te langzaam. Hij keek eens naar een struikje, en plukte ze zelf maar. Helaas krijg je dan wel eens een blaadje in je bek. Hij keek eens waar ik al mijn besjes liet en stak zijn hoofd in de emmer, en begon heerlijk te eten. Ik was best trots dat we zo'n slimme hond hadden, maar het was toch niet helemaal de bedoeling.

"Wat doe je?" Hoorde ik naast me. Er stond een klein meisje vol interesse naar mijn emmer te kijken en de lekker besjes erin.
"Ik pluk bosbessen", zei ik.
Maar voordat ik maar iets verder kon zeggen hoorden we allebei een vrouw hysterisch schreeuwen.
"Afblijven, die bessen zijn giftig."

Dat is goed mevrouw, denk dat maar, des te meer heb ik er. Maar wel jammer dat er nog een generatie opgroeit die niet weet dat bosbessen niet uit de supermarkt komen maar uit het bos, en dan zijn ze een stuk goedkoper.

Ik heb ook leren naaien van mijn moeder. En breien, niet haken, dat lukte niet met die linkse poot van mij. Het was niet makkelijk om te naaien met mijn moeder, ze is een enorme perfectionist. En er zijn heel wat dingen die ik heb uit moeten halen omdat er ergens een klein vouwtje zat wat er niet hoorde te zitten. Maar ik kan naaien. Ik heb ook mijn eigen naaimachine.

Jaren later werk ik bij TNO. Ik werkte aan plasma reactoren bij TNO Defensie en Veiligheid. Allemaal heel geheimzinnig en ingewikkeld. Er moesten kogelwerende vesten worden ontwikkeld die nog beter waren. En hoewel ik verder niets over de behandeling kan zeggen (anders moet ik jullie afmaken :-)) kan ik wel zeggen dat alles onwijs rafelde en tussen alle machines bleef steken.
Een groot probleem waar de moeilijkste oplossingen voor werden bedacht.
"Dan leg je er toch een zoompje in?" zei ik heel onschuldig.
"Hoe dan?"
"Gewoon, met de naaimachine."
En ja hoor, daar zat ik dan met mijn dure diploma, 8 uur per dag achter de naaimachine kogelwerende vesten te zomen. Het werkte fantastisch.

Het is makkelijk om op je ouders te zeuren. Als tiener begrijpen je ouders je niet, want ze zijn zo oud. Als je werkt vragen ze maar of je langs kan komen, of ze kunnen maar niet op de kinderen passen, het lijkt wel of ze niet begrijpen dat je het onwijs druk hebt. En als zij oud zijn, dan is het nog wel eens lastig dat je er elke keer maar weer langs moet in dat bejaardenhuis. We hebben nog wel eens de neiging om niet te waarderen wat we hebben, maar juist alles te zien wat we gemist hebben in onze jeugd.

Misschien moeten we eens kijken wat we wel allemaal hebben meegekregen van onze ouders. En als je dan alle mooie dingen hebt bedacht, schrijf je ouders dan eens een briefje en vertel ze hoe blij je bent met alles wat ze je geleerd hebben. En hoe blij je bent dat je ouders hebt. Mochten je ouders al overleden zijn, vertel je kinderen dan hoe geweldig jouw ouders waren.

Ik ben dankbaar voor alle creativiteit die ik heb meegekregen en het out of the box denken.

Uit mijn moestuin, wat ik heb geleerd van mijn vader, komen de aardbeien waar ik 5 weken geleden mijn eerste jam uit eigen tuin heb gemaakt. Uit mijn bloementuin komt de lavendel en met mijn naaimachine heb ik mijn eerste geurzakje uit eigen tuin gemaakt.
Dank je wel pap en mam voor jullie geweldige lessen. Maar gelukkig heb ik wel een weegschaal :-)

Gelukkig voor mijn ouders en ome Jan en tante Liesbeth waren het geen 825 potten bramenjam. Het zijn nu 825 kraanvogels. Het einde komt in zicht.
Ik heb al wat vragen gehad over de veiling van beestje voor het KWF. Dat duurt nog even, denk meer aan oktober. Dan kan ik nog genoeg beestjes haken. Rosanne heeft al toegezegd vrolijk mee te haken.
Mijn doel is eerst de 1000 kraanvogels af te maken en die te verspreiden in de wereld, zodat ze een stukje geluk mogen doorgeven. 


3 opmerkingen:

  1. Wat weer een geweldig verhaal!
    Kan mij niks voorstellen bij zoveel potten jam, zou voor mij een onoverkomelijke berg zijn ........ :-)

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Als er nog meer gehaakt moet worden bied ik me aan!

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Altijd welkom, de veiling begint een beetje enorme proporties aan te nemen

      Verwijderen