vrijdag 6 november 2015

1000 goede doelen

Wanneer je partner, je vader, je moeder, je kind, je broer of zus ziek is, is dat niet makkelijk. Je voelt de angst mee, je hoopt mee, je bidt mee, je gaat mee naar alle afspraken, maar als het puntje bij paaltje komt kan je helemaal niets.
Je kan niet het infuus eruit trekken en zelf deze chemokuur maar nemen, je kan niet de naald in je eigen heup laten boren voor een beenmergpunctie, je kan het niet even allemaal overnemen zodat de ander even rust heeft.
Je kan alleen dat spuugbakje vasthouden wanneer de misselijkheid weer te erg is. Je kan alleen maar goed meeluisteren naar de artsen zodat alles begrepen wordt, en alle vragen gesteld worden. Je kan alleen maar dat ene boek zachtjes voorlezen. Je kan een beetje de sfeer proberen op te krikken door van dat ziekenhuisbed een eigen plekje te maken, maar zelfs dat zal niet lukken. Je kan alleen maar vertellen hoeveel je van de ander houdt en hoe trots je op hem of haar bent.
Eigenlijk kan je dus verdraaid weinig en als de angst van de ziekte je nog niet naar de keel gegrepen heeft, dan knijpt de onmacht dat laatste beetje dicht.

Je wilt iets kunnen doen, maar je bent geen arts, geen onderzoeker (of niet op dat vlak). En dus ga je op zoek naar manieren waarop je wel wat kan betekenen.

Want soms, maar eigenlijk veel te vaak, voel je de hand die je vasthoudt wegglippen. Kanker heeft weer een slachtoffer gemaakt. Het slaat een gat dat onmogelijk te vullen is.

Er lopen zoveel studies om de kansen van de mensen met kanker te vergroten, de behandeling aangenamer te maken, om de diagnose eerder vast te kunnen stellen, om die hele kankerziekte te voorkomen.
Als medewerker bij TNO Holst Centre weet ik als geen ander dat zonder geld geen onderzoek gedaan kan worden. Het idee mag briljant zijn, maar tijd in een laboratorium, de apparaten die je gebruikt, de mensen die je helpen, het kost allemaal geld.

Toen mijn grote liefde ziek werd heb ik onwijs veel acties verzonnen. Stamceldonoren werven, opslag van navelstrengbloed bekend maken (wist je dat het pas in 5 ziekenhuizen in Nederland kan), het beter monitoren van bloed van de bloedbank wat betreft temperatuur zodat zakken niet onnodig weggegooid hoeven te worden (de techniek bestaat, collega's werken eraan) maar het vroeg allemaal actie in een gebied waar ik me niet comfortabel voel. En dat in een periode waar alles om me heen al vreemd en eng was, wilde ik mijn stressniveau niet zelf nog hoger maken. Deze acties zette ik in de wacht.

Het waren twee kinderen die me inspireerden die door een actie geld inzamelden voor het goede doel. Wat een geweldig idee. Natuurlijk zou ik al mijn spaargeld kunnen storten op bij KWF kankerbestrijding. Maar net als die meiden me inspireerden, kan ik ook kijken of ik anderen kan inspireren.

Dus met armen vol met knuffels ben ik begonnen. Het is een knuffelveiling geworden: aangehaakt voor het KWF. Het eerste probeersel op werk was een gesloten veiling op werk en de reacties waren overweldigend (zie eerdere blogs).
Maar nu de openbare veiling. Na heel lang zoeken en overwegen hebben we toch besloten voor een facebookpagina. Een veilingpagina maken kost geld als je het goed wilt doen.

Mensen in de omgeving, wildvreemden die tegenover me in de trein zaten waren geinteresseerd in de veiling. Hoe kan ik die bereiken? Eigenlijk is het antwoord heel simpel, net als in de zakenwereld, zorg dat je een pakkend visitekaartje hebt.
 De visitekaartjes zijn gemaakt en zien er super uit (al zeg ik het zelf).

De facebookpagina begint langzaam meer vorm te krijgen, en steeds meer beestjes en knuffels komen er een kijkje nemen.
De spelregels staan erop, het event is aangemaakt. En voor de mensen die geen facebook hebben is er een emailadres aangemaakt zodat ze daar meer informatie kunnen vragen.

Maandagochtend
gaat het geheel beginnen.
Mensen mogen bieden onder de foto van het beestje naar keuze, en degene met het hoogste bod wint dan.
We hebben ervoor gekozen om niet maar één veiling te organiseren, maar meerdere door het jaar heen. Tenslotte zal ik niet gauw stoppen met haken.
Het is hartverwarmend hoeveel hulp ik krijg bij de actie. Mamma en Rosanne haken mee, Lenneke en Judith helpen bij de organisatie, Demelza heeft mij gesponsord met materialen. En rijen met vrienden staan me aan te moedigen.
Kom eens kijken op onze pagina: www.facebook.com/aangehaaktvoorhetKWF/

Het is best mooi om te zien hoe inspiratie kan werken, en dan heb ik het wel over positieve inspiratie, of het nu kraanvogels zijn, of meisjes die hard werken om geld in te zamelen voor stichting Leukemie. Een goede daad is als een licht dat brandt in een sombere wereld. Er is genoeg negativiteit in de wereld die al die fakkeltjes (vroegtijdig) kunnen doven: wat is zo'n klein bedrag nu, het blijft toch aan de strijkstok hangen, het zal nooit helemaal lukken.
Laten we de fakkel brandend doorgeven. Eén brandend takje geeft een beetje warmte, maar een heel bos dat brandt is zelfs te zien in de ruimte.
Even gauw een disclaimer, dit is een metafoor. Ga alsjeblieft geen bossen in de brand steken.
Maar laten onze daden zo zijn, dat ze anderen ook motiveren om goed te doen.

Ik ben heel benieuwd hoe dit gaat lopen.



woensdag 7 oktober 2015

Kostbare tijd

Iedereen heeft wel van die periodes dat 24 uur in een dag eigenlijk niet genoeg is. Je hele agenda staat vol met afspraken waardoor je eigenlijk niet toekomt aan de dingen die je eigenlijk nog zou moeten/willen doen.
Denk maar aan de decembermaand, of voor een ander is het misschien september, of de dagen vlak voor de vakantie. Er zijn zoveel klusjes te doen, maar je bent alleen maar aan het rennen van de voetbalclub van de oudste, naar de uitvoering van een vriendin, naar een verjaardag van een nichtje. Oh die oude man met zijn zwarte/felgekleurde/witte vriend komt ook nog langs in de stad, bij opa en oma, bij werk en bij de schoorsteen. Welkom in Nederland Sinterklaas en ... Piet

Aangezien Jeroen en  ik geen kinderen in huis hebben is die decembermaand iets rustiger, maar ook wij kennen onze stressmomenten.
Voor mij zijn dat de partnerdagen op werk. Het zijn niet dagen dat onze echtgenotes/echtgenoten of vriendin/vriend naar werk mogen komen... nee het zijn de dagen dat wij aan onze opdrachtgevers laten zien wat voor moois we allemaal kunnen maken met de kennis die we met hen delen.

Dat betekent demo's maken... mooie demo's... nog mooier dan vorig jaar.

We willen het beste laten zien aan onze partners, maar daardoor krijgen we wel eens het gevoel dat we van stro goud moeten spinnen. We weten dat in het  werkelijke leven Repelsteeltje niet bestaat, dus we doen ons best om het het stro in ieder geval te laten glimmen.

Maar ja, al die demo's moeten gemaakt worden, dus ook door mij. En daar ben ik stiekem ook best trots op, maar de drie weken voor de partnerdagen zijn een ophoping van rennen, vliegen, en soms ook stevig vloeken. Alles wordt strak in elkaar gepland en natuurlijk lopen er zaken uit.
Daar stond ik gisteren dan met een arm vol met was (dat leg ik zo wel uit, want ja... ik doe de was op werk) klaar om die even tussendoor in de machine te gooien om vervolgens weer naar mijn lab te rennen om wat testen te doen voor het grote werk van de volgende dag, voor de ruimte waar de wasmachine staat... en de deur was op slot. OP SLOT!!!!
Iemand anders had de ruimte in gebruik. Voorheen was het ook een kolfruimte voor moeders, maar die waren verplaatst naar een rustgevendere ruimte. De ruimte werd alleen nog gebruikt door mij voor de was, en door een man die er een paar keer per dag kwam bidden. En net toen ik dus superhaast had, was het zijn tijd voor gebed.

Na een paar seconden van ontreddering, en de paniek van hoe ik in vredesnaam alles kon omgooien voor dat gemiste kwartiertje, besloot ik maar zijn voorbeeld te volgen. Niet gericht naar het oosten, met mijn achterste in de lucht, maar op een stoeltje wachtend, ik probeerde mijn hoofd helemaal leeg te maken en genoot van de rust, ik genoot van de kalmte en de mooie gedachten die omhoog kwamen. De paniek vertelde ik dat we er niets aan konden doen, en dat we altijd nog om hulp konden vragen. De ontreddering vertelde ik dat we wel voor ergere stormen hadden gestaan en dat het maar een kwartiertje was. En verder genoot ik van de creatieve ideeën die omhoog borrelden en misschien wel goud waard waren.

Ik had eindelijk rust. Rust in een chaos, door een momentje niets doen wat me eigenlijk was opgedrongen. Net zoals het moment dat ik in een druk station een groene kraanvogel in mijn handen geduwd kreeg.
"Ik heb 1000 kraanvogels gevouwen. Dit is er een van en hij is voor jou. Ik wil dat je weet dat ik je een geweldige dag toewens. Hopelijk helpt deze kraanvogel daarbij."

Terug naar nu: in het washok zag ik de spetters in de wasbak, waar de man zich had gewassen voor het gebed. Ik zag zijn kleed en kleding die hij aantrekt om zich voor te bereiden met zijn God te praten. En ik voelde me nederig. Hij bereidt zich voor om in alle drukte en hektiek een moment te nemen voor zichzelf en voor zijn Leider. En ik pers even snel een boterhammetje naar binnen tijdens de lunch, neem geen eens de tijd voor een koffiepauze en ren eigenlijk maar rond als een kip bijna zonder hoofd. Ik neem geen tijd voor mezelf, en ik bereid me er al helemaal niet op voor.

Ik ben blij met mijn geforceerde rustmomentje omdat het mijn ogen opende voor de kracht van rust. Het gaf me zoveel meer dan het me kostte aan tijd
Peace, it does not mean to be in a place where there is no noise, trouble or hard work. It means to be in the midst of those things and still be calm in your heart

Ik hoop dat we ergens in onze drukke perioden, mocht het december zijn, september, vlak voor de geboorte van je kind, vlak voor je verjaardag, voor je bruiloft, wat dan ook, ergens een kwartiertje nemen om tegen onze onzekerheden  of angsten  te praten, ze een plekje te geven, en daarna te genieten van rust zodat nieuwe energie de mogelijkheid heeft omhoog te borrelen. Misschien vinden we onze innerlijke Repelsteeltje die goud kan maken van stro, zodat wij schijnbare onmogelijkheden mogelijk kunnen maken.

En mijn dag... aan het eind had ik zelfs nog kwartiertje over terwijl al mijn acties voor die dag waren afgerond. En hopelijk kan ik straks met mijn kraanvogels een rustmomentje creëren voor anderen.

En waarom ik rondliep met een arm vol met wasgoed?
In mijn nieuwe taken pakket maak ik nieuwe dingen, tshirts met LEDs bijvoorbeeld, of met zonnecellen, of ECG units. Het doel is dat die shirts gedragen gaan worden, maar voor je ze op de marktzet, moet je wel weten of het een goede levensduur heeft, ook als ze gewassen worden. En dat is nu ook  een van mijn taken... levensduur testen... in de wasmachine. Maar voordat je echt niet bijkomt van het lachen, moet je maar eens op de volgende website kijken, dan kan je zien wat ik met collega's maak.
http://www.bright.nl/holst-centrere-lanceert-superflexibele-opstrijkbare-led-displays

zaterdag 19 september 2015

Altijd blijven dromen

Er zijn heel veel zaken die ons tegen kunnen houden van het volbrengen van een idee, een droom. Het kunnen financiële beperkingen zijn, of lichamelijke, of allebei. Als kind wilde ik piloot worden, maar ik ben zo scheel als een kip die moet poepen, kan niet verder kijken dan mijn armen lang zijn en ik heb het geld er niet voor.
Het kunnen ook onze eigen onzekerheden zijn of angsten. Over angsten ga ik even niets zeggen, angsten zijn niet rationeel en kunnen zeker niet weggewerkt worden met het eerste de beste advies. Aan angsten moet je zelf werken, het beste met mensen die er verstand van hebben.
Onzekerheden zijn andere dingen...

Mijn familie heeft een traditie, elk jaar gaan we minstens een keer naar de Efteling. Dat betekent dat ik al heel veel keer in de Efteling geweest ben. Ik wilde vroeger altijd wel in Tilburg wonen, want dan kon ik zo de bus nemen naar de Efteling. Het is Breda geworden, en in principe zou ik er nu op de fiets heen kunnen, het is maar 18 kilometer fietsen (droom bereikt).
Het was geweldig als kind, er was een enorme speeltuin, een zwembad, een sprookjesbos, een spookslot. Dat spookslot was mijn eerste bewuste kennismaking met klassieke muziek, en ik vind de Danse Macabre van Saint-Saëns nog steeds geweldig.
In 1981, ik was zeven kwam de Python, en in 1982 kwam de Halve Maen erbij. Mijn ouders hadden de kat uit de boom gekeken en mijn broertje (toen was ik nog groter en ouder, nu ben ik alleen nog maar ouder) en ik mochten in de achtbaan en in het schommelschip samen met onze moeder.
De Python was echt het allergaafste wat ik ooit had gedaan, het was het begin van een grote liefde voor achtbanen. Je ging vier keer over de kop en je viel van heeeeel hoog naar beneden en je ging zo hard en het liefst blijven mijn broertje en ik de hele dag zitten.
Daarna naar het schommelschip, we hadden er zin in, we konden bijna niet stil staan in de rij. Voetje voor voetje schuifelden we naar voren aan de hand van mama. Maar het hek ging voor ons dicht. We moesten wachten op de volgende rit.
Met glunderende snoetjes keken we naar het schip vol mensen. Het schip bewoog, en ging hoger en hoger, het maakte herrie. De glundering verdween langzaam van mijn gezicht. Mensen gilden bij elke keer dat ze helemaal boven waren, er waren mensen die enthousiast hun handen in de lucht gooiden, maar er waren ook mensen die hun beugel stevig vasthielden. Mijn glimlach verdween, samen met de kleur op mijn gezicht en mijn moed en zin om te gaan.
Toen het eindelijk onze beurt was, ben ik door het schip naar de uitgang gelopen, naar papa die met mijn zusje stond te wachten. Mama en mijn broertje gingen wel.
Ik durfde niet. En oh wat ben ik daarmee geplaagd door mijn twee jaar jongere broertje.

Maar waarom ik niet durfde... ik hou van schommels, dus daar lag het niet aan, ik heb totaal geen last van hoogtevrees, dus daar kon het ook niet aan liggen. Ik geloofde mijn moeder echt wel dat het veilig was, tenslotte waren zij en mijn broertje er veilig uitgekomen.
Ik liet me beïnvloeden door die kleine groep mensen die panisch in het schip zaten, die mij lieten denken dat het doodeng was. Logisch was het niet, want ik wilde wel meteen nog een keer in de Python. Ik liet me weerhouden van iets leuks door de mening van een kleine groep die ik blijkbaar meer geloofde dan mijn eigen zucht naar avontuur, mijn familie en de ingenieurs die hem gemaakt hadden.

Het is goed gekomen hoor, mijn broertje heeft me zoveel geplaagd met het feit dat hij het wel durfde, dat ik me flink uitgedaagd voelde en dus ben ik gegaan. Tot op de dag van vandaag vind ik hem nog steeds geweldig. Ik was over mijn onzekerheid heen.

Helaas gebeurt ons dit als volwassenen ook wel eens, niet zo zeer bij attracties bij pretparken, maar vooral wanneer we ons buiten onze comfortzone moeten treden.
Dan hebben we opeens tal van redenen om maar vooral niet eens ons doel te willen bereiken.

Al tijdens het vouwen van de kraanvogels had ik een nieuw doel bedacht. Ik zou een heleboel knuffeltjes haken en die zou ik dan aan vrienden en familie gaan veilen voor KWF kankerbestrijding.
Ik was, en ben nog steeds, helemaal enthousiast over het doel en de reacties die ik er op krijg. Vol enthousiasme vertelde ik het aan een collega op werk. Die collega werd ook enthousiast en zei:
"Waarom doe je ook niet een veiling hier op Holst Centre? Er zullen genoeg collega's zijn die willen doneren aan het goede doel, en er zullen genoeg collega's zijn die je knuffels leuk vinden."
Daar moest ik even over nadenken. Vrienden en familie lastig vallen is één ding, die snappen wat meer van het verhaal erachter, maar ga ik nu echt collega's lastig vallen met het verhaal.
Maar goed, weet je wat, ik doe het.

De datum werd gezet in onze kankerweek (zie vorig blog). Ik kreeg toestemming van de baas om een gesloten veiling te houden, mensen konden hun bod op hun favoriete knuffel naar mij mailen en het hoogste bod zou de knuffel krijgen. De knuffeltjes werden uitgekozen, het werden er zeven, drie beren, drie eendjes en een mysterie knuffel die de winnaar zelf mag bepalen. De knuffeltjes werden opgepoetst, haren gekamd, makeup gedaan, want ze kregen nog wel een echte glamourfoto.
Er werd een poster gemaakt en er werd een mail opgesteld voor alle collega's.

En toen werd het dinsdag 8 september 10:00. De afspraak stond om de posters op te hangen. Ze waren uitgeprint. Met plakband gingen we onderweg naar de koffieapparaten. En daar begon het kleine zeurstemmetje.
Ga je dit nu echt wel doen? Wat nou als er niemand gaat bieden? Is je poster wel duidelijk genoeg?

De posters hingen, en daarna werd het de beurt voor de mail. Het kleine zeurstemmetje werd indringender.
Wie wil er nu een gehaakte knuffel? Dat jij ze leuk vindt, hoeft nog niet te betekenen dat anderen ze leuk vinden? Eigenlijk ben je nu spam aan het versturen! Wat nu als je maar 5 euro per knuffel ophaalt? Dat is ook zonde van je tijd. Dit zijn professionele mensen, wat moeten die nu met je handwerkjes, je lijkt wel een omaatje.
Het scheelde weinig of ik had alle posters weer van de muur gerukt en was veilig terug in mijn eigen comfortzone gaan zitten.
Er was gelukkig een iets sterker stemmetje. En die zei:
The dream in your heart may be bigger than your environment, but sometimes you have to get out of your environment in order to see that dream fulfilled
Joel Osteen
En heel erg snel drukte ik de Send-knop in. Nu was er geen weg meer terug. Binnen een uur had ik een bod, 10 euro voor de eerste knuffel, een tweede bod volgde in de middag, 50 euro voor de roze beer en 45 euro voor de groene. Meer biedingen volgde... de tranen stroomden soms over mijn wangen. De lieve wensen en aanmoedigingen waren geweldig, verwarmend en speciaal. De veiling zou tot dinsdag 15 september duren. Zondag stuurde ik nog een mail met een update, er was nog niet op elke knuffel geboden.
Dinsdag sloot de veiling en ik zat beduusd achter mijn computer naar het excel bestandje te kijken waar ik de stand had bijgehouden. Ik heb het getal nagekeken, heb ik echt geen cellen dubbel geteld, maar eigenlijk wist ik dat het goed was, want ik kan ook goed hoofdrekenen. Het bedrag stond er echt, vierhonderdenvierentachtig euro en achtentachtig cent. Ik heb vijf minuten alleen maar naar het beeldscherm gestaard.

Als je een doel hebt, ga ervoor, probeer het in ieder geval.
Do not let yesterdays disappointments overshadow on tomorrows dreams because your life is like a mirror, if you keep smiling it smiles right back to you....So, keep smiling.
Ik ben blij dat ik het heb gedurfd, over een paar weken is het de beurt aan Rijkswaterstaat om te bieden op de knuffels en daarna komen de familie en vrienden en geïnteresseerden.
Want wat ik ook heb geleerd in deze tijd van buiten de comfortzone stappen, is dat je droom ook kan groeien wanneer je dat toestaat.
En wanneer je droom groter wordt dan je misschien zelf aankunt, dan zijn er altijd lieve mensen om je heen die je willen helpen en die met je meedromen.



vrijdag 4 september 2015

1025 kraanvogels

I love it when a plan comes together.
Het is bij ons een kankerweek. Nee, ik ben niet aan het schelden. Het is een hele week die compleet in het teken staat van kanker.

PACO

Jeroen is naar Utrecht voor zijn training voor de PACO (patiënten advies commissie) van KWF kankerbestrijding. Samen met (ex)-patiënten beoordelen ze aanvragen voor subsidies om te zien of de patiënteninformatie duidelijk en begrijpbaar genoeg is. Ze kijken bijvoorbeeld ook of de patiënt een goed genoeg beeld heeft van het onderzoek waarvoor hij tekent.
Jeroen heeft er heel veel zin in. Ik wens ze heel veel succes, want als er iemand scherp kan zijn, dan is het mijn Jeroen wel.

Ride for the Roses



Zondag gaan we fietsen: The ride for the roses.
Samen met familie en vrienden gaan we 50 kilometer fietsen om geld in te zamelen voor KWF.
https://www.ridefortheroses.nl
Waarom een rit voor de rozen, dat leggen ze zelf het beste uit



Rode Roos

Het succes van de Ride for the Roses zit hem in de unieke formule. Op een sportieve, gezonde en plezierige manier bezig zijn en tegelijkertijd iets doen tegen kanker. De Ride for the Roses is geen fietsevenement om geldprijzen, maar een fietstocht met voor iedere deelnemer aan de finish een rode roos. Een roos die symbool staat voor een morgen voor iedereen.
 Ik ben enorm trots op mijn familie, niet iedere Peppel is even sportief en 50 kilometer is zo gezegd, en met de auto ben je er helemaal zo, maar op de fiets is het toch een flink eind. Maar onze bagagedrager zit vol met lieve vrienden voor wie we fietsen, vrienden die strijden, vrienden die hebben gestreden, en vrienden die hebben gestreden en we nu in ons hart mee dragen, en verder fietsen we voor de volgende generatie zodat zij een betere kans hebben. Het is een emotionele tocht, vooral als je bedenkt voor wie je allemaal fietst, wie je moet missen, wie is achtergebleven, wie nog steeds strijdt.
Ik ben ook dankbaar voor de steun van vrienden, degene die meefietsen en degene die ons moreel ondersteunen.

De eerste kleine veiling

De drie beertjes, foto door Marc Koetse
Ik ben bloed nerveus, want de eerste kleine veiling wordt gehouden. Zodra collega's hoorden dat ik beestjes wilde veilen voor een goed doel waren ze zelf ook geinteresseerd. Ze zien regelmatig een creatie langskomen op werk. Zodra ze hoorden dat het goede doel KWF kankerbestrijding was, opperden ze dat ik een sub-veiling zou houden voor op werk.
Met een collega die nog steeds vecht tegen de gevolgen van haar behandeling van leukemie, en met het gevecht van "mijn Jeroen" (mijn Research Manager heet ook Jeroen, dus bij ons in de groep hebben we Jeroen, en "mijn Jeroen") wilden collega's ook graag wat doen.
De drie eendjes, foto door Marc Koetse
Volgende week is dus de eerste kleine, gesloten veiling. Zeven knuffeltjes worden geveild, drie beertjes, drie eendjes, en een mysterie knuffel.
Samen met de veiling wordt er ook een collectebus voor KWF kankerbestrijding neergezet.
De nervositeit schiet af en toe flink omhoog. Zullen mensen het wel leuk vinden? Ben ik duidelijk genoeg? Wat als het helemaal niets opleverd?
Maar telkens als ik dat denk, steekt er een collega een hoofd om de deur en vraagt:
"Kan ik er niet alvast een reserveren?"
En dan bedenk ik dat het allemaal wel goed zal komen.

Collecteweek

Na de Ride for the Roses is ook de collecteweek voor KWF kankerbestrijding. Vergeet de mensen niet als ze langs je deur komen.
Ik zal me moeten inhouden om de collectant niet te gaan knuffelen, omdat hij of zij de tijd neemt om geld op te halen.

Terwijl de beestjes van mijn haaknaald vliegen, ik tijdens het computeren kraanvogels zit te vouwen is er stiekem een andere grote mijlpaal bereikt en overschreden.

1000+ kraanvogels

Een snelle blik op 1000 kraanvogels
Volgens mijn computer moest ik nog 16 kraanvogels. In mei hadden mijn nichtjes en neefje heel enthousiast geholpen met tellen, maar dat ging wel eens verkeerd. Vielen er nu 2 of 3 in, was ik nu bij de 270 of bij de 280?
Vandaag besloot ik toch maar even opnieuw te tellen. Alle kraanvogels op de grond en twee bij twee gingen ze weer terug in de doos. Wat een berg.
Op mijn schoot lag een kladblokje en elke 10 kraanvogels zette ik een streepje...
Het werden er 900, maar er lagen er nog wel heel erg veel...
Het werden er 950, volgens mij liggen er echt nog meer dan 50
Het werden er 990, het zijn er duidelijk meer dan 1000
Het werden er 1000, nu ben ik wel benieuwd hoeveel meer
Het werden er 1027, twee vogels zijn al gevlogen en 25 liggen er nu naast de doos.
Ik ben er.

Wow dat voelt vreemd. Zes maanden lang heb ik kraanvogels gevouwen en nu precies in onze kankerweek ben ik klaar. Stiekem moest ik wel een beetje huilen. Er is zoveel gebeurd in die zes maanden. Jonge mensen die verliezen, de grove oneerlijkheid van die kloteziekte ( nu is het wel een scheldwoord). Het is net alsof opeens een groep mensen een mijnenveld wordt ingestuurd. Sommigen halen de overkant, sommige halen de overkant maar hebben er wel wat aan overgehouden, en sommigen halen niet de overkant. En de familie moet aan de rand van het veld maar toezien, totaal machteloos.

Dus hier is mijn wens die aan mijn kraanvogels vastzit.
Het is mijn wens dat er een moment komt dat mensen niet meer hoeven te sterven aan kanker. Dat we beter weten hoe het te behandelen, dat we het eerder kunnen signaleren, maar ook belangrijk: hoe we het kunnen voorkomen.
In de nabije toekomst hoop ik eerst een berg foto's te kunnen (laten) maken om mijn wens te visualiseren en daarna mogen mijn kraanvogels gaan vliegen. 




zaterdag 29 augustus 2015

920 manieren om jezelf te zijn

Het is best eng om anders te zijn dan "gewoon". In Nederland hebben we zelfs een aantal uitdrukkingen om maar vooral niet op te vallen.
Doe maar normaal dan doe je al gek genoeg
Je hoofd niet boven het maaiveld uitsteken 
Het heeft nog een Calvinistische grondslag. We mogen niet opvallen, gewoon doen wat je moet doen en vooral niet meer, want anders ben je maar een strebertje, een betweter. Wat je extra doet wordt soms niet eens in dank afgenomen, want straks verwacht de baas dat iedereen dat kan.

Tieners zijn net zo erg. Er zijn groepjes en daar hoor je bij of juist helemaal niet. Als tiener hoorde ik er totaal niet bij. Tijdens mijn studentenuitwisseling in Praag, waar ik dus al eerder over had verteld, ging de hele klas naar de disco 's avonds om te dansen op muziek, die ik niet mooi vond en bier te drinken, wat ik niet lustte en niet wilde drinken.
Toen Pavla, mijn gastvrouw, mij de keuze gaf om naar de disco te gaan of naar het theater, was die keus niet moeilijk. Ik wilde naar het theater. De taal zou geen probleem zijn want we gingen naar een pantomime.
Dus in mijn nette kleren gingen we naar een heel klein theatertje. Het stond in een klein donker straatje met een Nederlands aanplaksbiljet achter het raam. Ergens in een oud vergeeld plakboek heb ik nog een donkere foto.
Voor de deur stonden drie grote Mercedessen, een rode, een witte en een blauwe. Ik moest er een beetje om lachen, het waren geen gangbare kleuren voor zo'n grote luxe Mercedes. Het was net zo rood-wit-blauw als de Nederlandse vlag, of de Tsjechoslowaakse vlag. Pavla keek reikhalzend rond, het waren regeringswagens.
We zagen niemand, we gingen naar binnen. We waren vroeg en moesten even wachten. We waren met elkaar aan het praten in het Engels.

Plotseling werden we aangesproken in het Engels met een accent, en dit keer niet een Texaans, maar een Oost-europees accent. Pavla begon bijna te hyperventileren en ook mijn mond viel open. Daar met uitgestoken hand stond Vaclav Havel, de eerste vrijgekozen president in Tsjechoslowakije (zo lang is het dus geleden). En hij vroeg aan mij, aan niet-populaire Linda, waar ik vandaan kwam en hoe ik hier in Praag gekomen ben.
Dit was zo'n geweldige ervaring.

De volgende dag kwam iedereen met de grootse verhalen over hoeveel bier ze hadden gedronken, wat voor knappe dames of heren er waren en zelfs hoeveel zoenen ze hadden uitgedeeld. Daar kwam de vraag waar ik stiekem op zat te wachten.

"Wat heb jij gedaan Linda?"
"Oh ik ben naar het theater geweest en een pantomime gezien"

Er werd een beetje lacherig over gedaan. Theater is toch niet voor tieners. Maar daar kwam nog mijn bom.

"Oh en we hebben er nog met president Vaclav Havel gesproken. Hij vroeg waar ik vandaan kwam."

Toen was het stil... Dat hadden ze toch eigenlijk ook wel gewild. Dus het meisje dat buiten de "normale" paden liep eindigde met de meest geweldige verhalen en de beste ontmoetingen.

Eigenlijk willen we helemaal niet normaal. Kijk maar eens om je heen.
Je hebt geen normaal huis. Je hebt een speciaal huis, waar je je thuis voelt, helemaal naar eigen smaak ingericht, en als je een paarse muur wilt, dan neem je een paarse muur.
Je hebt geen normale partner, man of vrouw. Je hebt de beste uitgezocht. Want alleen het beste is goed genoeg. Je partner is perfect. Tijdens de zoektocht naar de perfecte partner zoek je niet naar gemiddeld, normaal. De man of vrouw die je uitkiest is de man of vrouw die op een of andere manier bij jou opviel.
Je hebt geen normale kinderen. Je hebt de meest lieve, schattige, smille, unieke kinderen. Geen enkel kind is zo bijzonder als die van jou.
Je hebt geen normale vrienden. Je hebt de beste vrienden die er voor je zijn, die de eigenaardigheden van je accepteren en er smakelijk om lachen.

Waarom doen we zo ons best om normaal te zijn? We zijn ook allemaal kind en vriend. Tijdens onze sollicitatie zijn we aangenomen omdat we de beste waren.

Dus in ogen van anderen zijn we speciaal. Het is tijd om te accepteren dat normaal niet bestaat.
Het is tijd om je niet zorgen te maken wat anderen denken. En als dat betekent om een vreemde te helpen, dan moet je dat doen en ervan genieten. Als dat betekent een kind meenemen in een draaimolen omdat je dat eigenlijk zelf graag wil, geniet ervan.
Want de meest bijzondere ontmoetingen heb je wanneer je buiten de "normale" paden gaat.

920 kraanvogels al weer. Het is een hele doos vol. De plannen om ze te fotograferen, om mijn wens te visualiseren beginnen vorm te krijgen. Ook de plannen om ze uit te delen. Maar het begint ook best spannend te worden, want eigenlijk is het niet normaal, maar ik heb net geleerd dat dat gewoon goed is

zaterdag 1 augustus 2015

825 potten jam

Het was heel erg lang geleden. Maar we gingen met zijn vijven op vakantie, mijn kleine zusjes waren nog niet geboren. De hond ging in de auto, de tent ging in de auto, de kids in de auto, heel veel ging niet in de auto... Maar dat laatste mocht de pret niet drukken. We gingen op vakantie, niet naar Zeeland of Drenthe, we gingen helemaal naar het Zwarte Woud. Dat was über spannend, want ze spreken daar een andere taal. Heel moeilijk was het nog niet, want een ijsje was nog steeds ein Eis. Prima voor een 10-jarige, meer hoef je niet te weten.
We gingen niet alleen met zijn vijven, er gingen ook vrienden mee. Twee tenten naast elkaar in een vallei in het zuiden van Duitsland.
We hebben avonturen genoeg beleefd, bosbessen milkshake in Freiburg, van een schommel afvallen en verraden worden door een vriend (we mochten eigenlijk niet schommelen, maar ik deed het toch en natuurlijk viel ik precies die dag) zwemmen in een zwembad waar alleen badmutsen werden toegestaan. En dan met hidiola bloemetjes mutsen naar het zwembad moeten. Ik heb maar één keer gezwommen, mijn trots won het van het zwemmen.
Maar er moesten ook boodschappen worden gedaan. En zes kinderen met een leeftijd tussen de 5 en 12 houden niet van boodschappen doen, vooral niet als het in een supermarkt is. Pfff echt saai.
We mochten bij de auto blijven. Onze ouders waren toen al zo slim om hun kinderen niet in een auto alleen achter te laten, maar of dat nu de mogelijke hitte was, of dat ze dan alle spiegels opnieuw moesten instellen, de radio maximaal stond, het stuur in het stuurslot stond, waarvan ze niet eens wisten dat het kon, en alle stoelen anders stonden, dat weet ik eigenlijk niet. We mochten bij de auto wachten.
Achter het parkeerterrein was een dijk, en daar bovenop reed een trein. Vrees niet, we waren niet zo stom om omhoog te klimmen om bij de trein te kijken. We wisten ook wel dat dat heel gevaarlijk was, want als je werd gesnapt kon je drie dagen niet goed meer zitten.
Nee, tegen die dijk groeiden bramen (we konden dus ook echt niet omhoog), hele grote dikke bramen. Drie bramen in je hand en je hand zat vol. En ze waren heerlijk zoet. Met grote snelheid verdwenen er heel wat bramen naar binnen, maar onze ouders bleven zo lang weg dat ons buikjes al snel vol zat. En er waren nog steeds veel meer bramen. Een van ons ging een doos in de winkel halen en we begonnen deze te vullen. Ondertussen bedachten we wat we allemaal met de bramen konden doen, lekker in de yoghurt, of bij het ijs. De doos vulde zich steeds verder.
Er werd een tweede doos gehaald en toen die zich ook al begon te vullen waren onze ouders klaar.
Ze waren enthousiast over onze oogst, maar waar wij alleen maar mogelijkheden zagen, zagen zij ook problemen. Wat moet je in vredesnaam doen met twee dozen (denk aan een bananendoos) vol met bramen terwijl je op een camping zit?
Jam maken natuurlijk... logisch toch.
Dus weer terug de winkel in, potjes kopen en geleisuiker. Ondertussen was de tweede doos ook vol.

Terwijl wij die middag heerlijk in de speeltuin aan het spelen waren, onze buiken heerlijk gevuld met bramen, stonden onze ouders in een tent, op een campinggasstelletje, zonder weegschaal of iets, met een aluminium pannetje en een houten spatel liters bramenjam te maken.
Of de jam lekker was... ja hoor, maar hij was zo dik dat je er plakken van kon snijden om op je brood te doen.

Ik heb veel geleerd van mijn ouders en grootouders. Zo is een boswandeling in juli altijd een stuk leuker door de emmers vol met bosbessen die we konden plukken. Bosbessenjam vind ik nog steeds heerlijk. In augustus pluk je bramen, in oktober kan je tamme kastanjes vinden die echt heerlijk bij de openhaard zijn en beukennootjes en hazelnoten. Ik ben blij met al die lessen uit de natuur van mijn opa's.

Er was een zomer dat ik met mijn zusjes lekker bosbessen zat te plukken. De hond zat naast ons te waken, en ik geef hem een bosbes. Die was lekker, en om de twintig bessen ging er een naar mij en een naar de hond. Dat vond ie te langzaam. Hij keek eens naar een struikje, en plukte ze zelf maar. Helaas krijg je dan wel eens een blaadje in je bek. Hij keek eens waar ik al mijn besjes liet en stak zijn hoofd in de emmer, en begon heerlijk te eten. Ik was best trots dat we zo'n slimme hond hadden, maar het was toch niet helemaal de bedoeling.

"Wat doe je?" Hoorde ik naast me. Er stond een klein meisje vol interesse naar mijn emmer te kijken en de lekker besjes erin.
"Ik pluk bosbessen", zei ik.
Maar voordat ik maar iets verder kon zeggen hoorden we allebei een vrouw hysterisch schreeuwen.
"Afblijven, die bessen zijn giftig."

Dat is goed mevrouw, denk dat maar, des te meer heb ik er. Maar wel jammer dat er nog een generatie opgroeit die niet weet dat bosbessen niet uit de supermarkt komen maar uit het bos, en dan zijn ze een stuk goedkoper.

Ik heb ook leren naaien van mijn moeder. En breien, niet haken, dat lukte niet met die linkse poot van mij. Het was niet makkelijk om te naaien met mijn moeder, ze is een enorme perfectionist. En er zijn heel wat dingen die ik heb uit moeten halen omdat er ergens een klein vouwtje zat wat er niet hoorde te zitten. Maar ik kan naaien. Ik heb ook mijn eigen naaimachine.

Jaren later werk ik bij TNO. Ik werkte aan plasma reactoren bij TNO Defensie en Veiligheid. Allemaal heel geheimzinnig en ingewikkeld. Er moesten kogelwerende vesten worden ontwikkeld die nog beter waren. En hoewel ik verder niets over de behandeling kan zeggen (anders moet ik jullie afmaken :-)) kan ik wel zeggen dat alles onwijs rafelde en tussen alle machines bleef steken.
Een groot probleem waar de moeilijkste oplossingen voor werden bedacht.
"Dan leg je er toch een zoompje in?" zei ik heel onschuldig.
"Hoe dan?"
"Gewoon, met de naaimachine."
En ja hoor, daar zat ik dan met mijn dure diploma, 8 uur per dag achter de naaimachine kogelwerende vesten te zomen. Het werkte fantastisch.

Het is makkelijk om op je ouders te zeuren. Als tiener begrijpen je ouders je niet, want ze zijn zo oud. Als je werkt vragen ze maar of je langs kan komen, of ze kunnen maar niet op de kinderen passen, het lijkt wel of ze niet begrijpen dat je het onwijs druk hebt. En als zij oud zijn, dan is het nog wel eens lastig dat je er elke keer maar weer langs moet in dat bejaardenhuis. We hebben nog wel eens de neiging om niet te waarderen wat we hebben, maar juist alles te zien wat we gemist hebben in onze jeugd.

Misschien moeten we eens kijken wat we wel allemaal hebben meegekregen van onze ouders. En als je dan alle mooie dingen hebt bedacht, schrijf je ouders dan eens een briefje en vertel ze hoe blij je bent met alles wat ze je geleerd hebben. En hoe blij je bent dat je ouders hebt. Mochten je ouders al overleden zijn, vertel je kinderen dan hoe geweldig jouw ouders waren.

Ik ben dankbaar voor alle creativiteit die ik heb meegekregen en het out of the box denken.

Uit mijn moestuin, wat ik heb geleerd van mijn vader, komen de aardbeien waar ik 5 weken geleden mijn eerste jam uit eigen tuin heb gemaakt. Uit mijn bloementuin komt de lavendel en met mijn naaimachine heb ik mijn eerste geurzakje uit eigen tuin gemaakt.
Dank je wel pap en mam voor jullie geweldige lessen. Maar gelukkig heb ik wel een weegschaal :-)

Gelukkig voor mijn ouders en ome Jan en tante Liesbeth waren het geen 825 potten bramenjam. Het zijn nu 825 kraanvogels. Het einde komt in zicht.
Ik heb al wat vragen gehad over de veiling van beestje voor het KWF. Dat duurt nog even, denk meer aan oktober. Dan kan ik nog genoeg beestjes haken. Rosanne heeft al toegezegd vrolijk mee te haken.
Mijn doel is eerst de 1000 kraanvogels af te maken en die te verspreiden in de wereld, zodat ze een stukje geluk mogen doorgeven. 


vrijdag 24 juli 2015

750 Helden


Bij helden denk je misschien aan Superman, Spiderman, Batman, Captain America, Supergrover, Ironman, of misschien wel de Antman (sorry Marvel, maar Antman... een mier...)
Maar misschien denk je wel aan echte levende helden zoals de brandweerlui in New York op 11 september, of de mannen en vrouwen die vechten of hebben gevochten voor onze vrijheid.
Helden komen in vele vormen voor.
De superhelden gemaakt door Rosanne naar een patroon van Dendennis, behalve de Hulk dan, die heeft ze zelf ontworpen

Een aantal jaar geleden was ik in een dorpje bij een busstation aan het wachten, en zoals vaker gebeurt in kleine dorpjes, moest ik heel lang wachten... heel erg lang.
Blijkbaar was ik niet de enige die me verveelde, want drie opgeschoten jongens besloten een lolletje te trappen. Ze waren met volle blikjes aan het rondtrappen, en ze hadden schijt aan alles en iedereen. Zij waren aan het dollen, iemand anders kon daar maar voor wijken.
Bij de bushalte zaten twee oude vrouwtjes en het blikje kwam nog wel eens eng dicht in hun buurt. De knokkels van hun vingers waren wit van het klemmen om de handtasjes. Ze trilden als rietjes en elke keer als er weer een jongen in hun buurt kwam doken ze nog dichter naar elkaar toe.
Ik hoorde een zachte "toe nou jongens", maar daar werd alleen maar hard om gelachen.

Ik werd boos. En als ik boos ben dan heb ik een ver-dragende stem, niet schel, maar best wel gebiedend, een echte schooljuf.
Dus ik liep op de jongens af en bulderde ze toe dat het gewoon oerdom was wat ze aan het doen waren. Hadden ze niet gezien dat daar twee vrouwtjes zaten, die doodsbenauwd waren.
Terwijl ik dat zei wees ik naar de vrouwtjes. Die zagen er niet vrolijk uit, ze vonden de aandacht misschien nog wel minder dan het blikje dat rond vloog.
Maar blijkbaar raakte ik de jongens, want eentje tilde het blikje op.

Een beetje overmoedig door het succes bulderde ik door: "EN NU BIED JE JE EXCUSES AAN!!!"
Oeps dat was een brug te ver, de blik in de ogen van de jongens veranderde weer terug, nu zwaar opgefokt... naar mij toe.
Ik hield voet bij stuk. "Bied je excuses aan"
Hun borst ging vooruit, hun kaken gingen op slot en vuisten werden gebald.
"Dat hoeft niet hoor, we zijn al blij dat ze zijn gestopt" hoor ik een klein stemmetje achter me zeggen.
Maar ik was niet van plan op te geven.
"Bied je excuses aan, je moeder heeft je beter opgevoed dan dit"
En wat schertst mijn verbazing, ze boden hun excuses aan, aan de vrouwtjes en... aan mij.

Vol trots draaide ik me om, helemaal blij dat het me was gelukt, maar ook wel een beetje verbaasd dat ze zo waren omgeslagen. En toen ik weg wilde lopen... liep ik tegen een heel grote streng kijkende man aan. Heel erg groot, met heel erg grote spierballen die strak in zijn t-shirt stonden.
Ah... ik had het niet zelf voor elkaar gekregen.

Helden komen voor in vele gedaantes.

Twee jaar geleden wist ik niet meer van bloed dan je hebt rode bloedlichaampjes die brengen zuurstof en voedsel rond, je hebt witte bloedlichaampjes die vallen virussen en bacteriën aan, en je hebt bloedplaatjes en die genezen wonden.
Ik zou kunnen zeggen dat ik dit bij biologie heb geleerd, maar het meeste hiervan is me bijgebleven uit de tekenfilmserie "Er was eens: je lichaam"

Maar toen werd mijn mannetje ziek, goed ziek. En daar zaten we in het kantoortje van de internist, ze was hematoloog. Ik heb het thuis moeten opzoeken.
Meneer heeft AML, leukemie in zijn beenmerg. We gaan zijn beenmerg rebooten.
Ah dat snap ik, als mijn apparaten op het werk niet meer doen wat ik wil dat ze doen en het lukt het me niet om het probleem te fiksen, dan trek ik de stekker eruit en begin weer opnieuw, het werkt vaak geweldig.
Ehm, wacht even... hoe gaan ze dat doen?
Meneer krijgt een chemokuur, waarmee ze het hele beenmerg doodmaken, en zo hopelijk ook de leukemiecellen, wanneer het zich dan weer herstelt, dan zijn de leukemiecellen weg.
Natuurlijk vertelde ze nog veel meer. En ik heb toen mijn best gedaan om het op te nemen. Maar 's avonds begon de angst.

Als ze zijn hele beenmerg platleggen zodat er geen leukemiecellen meer worden aangemaakt, dan worden er toch ook geen bloedcellen meer aangemaakt, en de bloedcellen die je hebt, hebben maar een bepaalde levensduur... Komt dat beenmerg weer op tijd op voordat mijn mannetje te weinig bloed heeft?

Ik was bloedzenuwachtig. Jeroens bloedwaarden zakten en zijn beenmerg was nog niet aan het herstellen, hoe kan dit nou goed komen.

En op een mooie dag kwam de verpleging binnen met een zakje... een mooi diep rood zakje. Het was een zakje met bloed. Want als meneer het zelf niet kan aanmaken, dan krijgt hij het van een ander. Ergens in het land is een held geweest die zijn of haar bloed heeft gedoneerd.

Ik moet toegeven dat ik deze informatie graag eerder had gehad, want dat had veel paniekmomentjes gescheeld, maar ik ben die onbekende helden zo dankbaar.

Iedereen kan dus een held zijn.

Elke dag gaan er een heleboel helden naar Sanquin om daar mogelijk een leven te redden van een man, een vrouw of een kind.


In Australië is een man die al bijna 50 jaar bloeddonor is, en met zijn bloed heeft hij miljoenen baby's gered omdat hij een antigen tegen een gevaarlijke rhesusziekte, waar moeders antistoffen aanmaken tegen hun ongeboren kind.
Elke week of twee weken doneert hij plasma om die moeders te helpen. En het allermooiste... hij is bang voor naalden :-), maar de wetenschap dat hij anderen kan helpen laat hem doorzetten.
Maar hij is de enige in Australië met dit antigen, en dat moet best eng zijn. Wie neemt het na hem over?

 Ook jij kan een held zijn
Er zijn altijd nieuwe donoren welkom. Dus mocht je het overwegen, klik dan op de bovenstaande link en laat je keuren.

Helaas ben ik afgekeurd als bloedheld, blijkbaar is het heel moeilijk om een halve liter bloed te halen uit iemand die hele dunne aderen heeft. Jammer.
Maar daarom kan ik me nog wel op andere manieren inzetten. De beestjes vliegen van mijn haaknaald en over een paar maanden gaan deze in de verkoop voor het KWF. Maar daar horen jullie later meer over :-)

Ik zit alweer op meer dan 750 kraanvogels. Het einde is in zicht. Ze liggen kleurrijk te wachten op het laatste gedeelte en dan gaan ze uitgedeeld worden.
We gaan er wat moois van maken.